Client- en serverrollen

Alle computers die op een netwerk zijn aangesloten en rechtstreeks deelnemen aan netwerkcommunicatie, worden geclassificeerd als hosts. Hosts worden ook wel eindapparaten genoemd. Hosts op netwerken vervullen een bepaalde rol. Sommige van deze hosts voeren beveiligingstaken uit, terwijl andere webservices leveren. Er zijn ook veel oudere of ingebedde systemen die specifieke taken uitvoeren, zoals bestands- of afdrukservices. Hosts die services leveren, worden servers genoemd. Hosts die deze services gebruiken, worden clients genoemd.

Voor elke service is aparte serversoftware vereist. Een server heeft bijvoorbeeld webserversoftware nodig om webservices aan het netwerk te leveren. Een computer met serversoftware kan tegelijkertijd diensten leveren aan één of meerdere clients. Bovendien kan een enkele computer meerdere soorten serversoftware uitvoeren. Thuis of in een klein bedrijf kan het nodig zijn dat één computer fungeert als bestandsserver, webserver en e-mailserver.

  • Fileclient en -server – De Fileserver slaat bedrijfs- en gebruikersbestanden op een centrale locatie op. De clientapparaten hebben toegang tot deze bestanden met clientsoftware zoals Windows Verkenner.
  • Webclient en -server – De webserver voert webserversoftware uit en clients gebruiken hun browsersoftware, zoals Chrome of FireFox, om toegang te krijgen tot webpagina’s op de server.
  • Mailclient en -server – De mailserver voert mailserversoftware uit en clients gebruiken hun mailclientsoftware, zoals Microsoft Outlook, om toegang te krijgen tot de mail op de server.

Een voorbeeld van een LANLocal Area Network Een netwerkinfrastructuur die toegang biedt aan gebruikers en eindapparaten in een klein geografisch gebied, meestal een bedrijfs-, thuis- of een klein zakelijk netwerk dat eigendom is van en beheerd wordt door één persoon of één IT-afdeling. met deze clients en servers is in de afbeelding te zien.