Indeling van applicatiepoortnummers

TCPTransport Control Protocol TCP is een laag-4-protocol van het TCP/IP-model waarmee applicaties de levering van data via een netwerk kunnen garanderen. en UDPUser Datagram Protocol UDP is een verbindingsloos transportlaagprotocol van de TCP/IP-protocolstack. UDP is een eenvoudig protocol dat datagrammen uitwisselt zonder bevestiging (Acknowledgment) of gegarandeerde aflevering, waardoor foutverwerking en her-transmissie op een hogere laag afgehandeld moet worden. gebruiken een source- en destination-poortnummer om applicatieconversaties bij te houden. Het source-poortnummer is gekoppeld aan de oorspronkelijke applicatie op het lokale apparaat. Het destination-poortnummer is gekoppeld aan de destination-applicatie op het externe apparaat. Dit zijn geen fysieke poorten. Het zijn nummers die door TCP en UDP worden gebruikt om de applicatie te herkennen die de dataData In de informatica zijn data elke reeks van een of meer symbolen. Data hebben een bewerking nodig om informatie te worden. Digitale data worden weergegeven met behulp van het binaire talstelsel van enen (1) en nullen (0). moeten verwerken.

Het source-poortnummer wordt dynamisch gegenereerd door het verzendende apparaat. Met dit proces kunnen meerdere gesprekken voor dezelfde applicatie tegelijkertijd plaatsvinden. Als je bijvoorbeeld een webbrowser gebruikt, kun je meer dan één tabblad tegelijk geopend hebben. Het bestemmingspoortnummer is 80 voor regulier webverkeer of 443 voor beveiligd webverkeer. Dit worden well-known poortnummers genoemd omdat ze consequent door de meeste webservers op internetInternet Een netwerk dat bedrijfsnetwerken, individuele gebruikers en ISP's combineert in één wereldwijd IP-netwerk. worden gebruikt. Source-poortnummers zijn verschillend voor elk geopend tabblad. Zo weet je computer naar welk browsertabblad de webinhoud moet worden verzonden. Evenzo hebben andere netwerkapplicaties zoals e-mail en bestandsoverdracht hun eigen well-known poortnummers.

Er zijn een aantal verschillende typen applicatielaagprotocollen die worden door TCP- of UDP-poortnummers op de transportlaagTransportlaag Dit is de laag van het TCP/IP-model waar de te verzenden data in stukken (z.g. segmenten) wordt opgedeeld en van een header met verzendinformatie wordt voorzien. te herkennen zijn. De volgende vijf tabellen classificeren de protocollen op basis van hun doel. De zesde tabel somt al deze toepassingsprotocollen op in volgorde van poortnummer.